Colofon
- 738
- Opgraving
Opgraving aan de Astridlaan in Tongeren (Colruytsite)
- Periode
- Juli 2016 - Mei 2018
- Projectverantwoordelijke
- Natasja De Winter
- Terreinverantwoordelijke
- Patrick Reygel
- Uitvoerend team
- Patrick Reygel, Willem Vanaenrode, Daan Celis, Joris Steegmans, Sebastiaan Augustin, Natasja De Winter
- PDF Rapport(en)
- De Winter 2017 Twee Romeinse pottenbakkersovens Astridlaan Signa .pdf
- De Winter 2019 Pottenbakkersovens Astridlaan Signa 8.pdf
- Reygel 2018 Gladius Astridlaan Signa 7.pdf
- Reygel 2019 Een nieuw stuk Romeinse stadsmuur te Tongeren Signa 8.pdf
Naar aanleiding van een geplande uitbreiding van supermarktketen Colruyt aan de Astridlaan te Tongeren, achtte het Agentschap Onroerend Erfgoed een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek werd ingegeven door de ligging van het bouwterrein binnen het tot dusver gekende Romeinse stadsweefsel en door de resultaten van de opgraving in 2006 bij de bouw van de eerste Colruyt winkel.
De opgraving werd in drie grote fases uitgevoerd tussen 1 juli 2016 en 4 mei 2018.
De oudste sporen op de site bestaan uit paalkuilen van houtbouw gebouwen uit de vroeg-Romeinse periode (vóór 70). Deze worden opgevolgd door gebouwen in steen, die pas na 70, maar mogelijk nog veel later, werden opgetrokken. Aan het eind van de 2de en het begin van de 3de eeuw was er een pottenbakkersatelier gevestigd aan de kant van de huidige Molenstraat. Er werden twee ovens en een afvalkuil met pottenbakkersafval onderzocht. Aanwijzingen voor bewoning in de laat-Romeinse periode zijn er niet. Wel werd er in deze periode een stadsmuur gebouwd vlak ten westen van werkput 1, parallel aan de huidige Molenstraat (werkput 3). Aan de binnenzijde van de muur vormde zich een pakket ‘zwarte laag’.
In de late middeleeuwen werd het terrein gebruikt voor leemwinning. Deze leemwinningskuilen hebben het grootste deel van de Romeinse site vergraven. Er werden ook restanten van een weg aangetroffen uit deze periode, die uit de richting van de stad kwam. De site werd op dat moment enkel gebruikt als groeve, en was niet bewoond.